Europa League? Europa League!

“Weer niet”, was de kop op de voorpagina van het Brabants Dagblad, afgelopen donderdagochtend. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar wist PSV zich namelijk niet te plaatsen voor de Champions League. Ook NOS-commentator Jeroen Grueter kon woensdagavond tijdens de wedstrijd zijn enorme teleurstelling bijna niet verbloemen, terwijl zijn collega Tom Egberts direct na de wedstrijd ietwat flauw ‘vroeg’ aan de spelers Stijn Schaars en Karim Rekik: “Dat wordt dus de Europa League.”

Het Nederlandse sportjournaille reageert blijkbaar wat verbitterd dat PSV weer een seizoen geen Champions League speelt, maar Eindhovenaren mogen gewoon blij zijn met de Europa League! Uiteraard is de poule met FC Barcelona, AC Milan en Celtic leuk voor het programmablad en de clubkas van Champions League-participant Ajax, maar wat heb je eraan als je tegen tegenstanders speelt die vele klassen beter zijn en je volledig wegspelen?

Inderdaad, het gaat hierbij vooral om het geld. Zeker met de komst van de Champions League is het geld steeds zaligmakender in de voetballerij geworden. Zeker in kleinere voetballanden, zoals Nederland, België, Schotland en Kroatië, lijkt dit aspect het belangrijkst te zijn bij de deelname aan het kampioenenbal. Het sportieve aspect – jezelf verbeteren, ver komen of zelfs die beker wínnen – lijkt steeds meer naar de achtergrond te worden verdrongen, als zijnde “onmogelijk”.

In mijn ogen word je niet beter door te spelen tegen clubs die veel beter zijn. Dat gebeurt wel als de tegenstander net iets beter is. Aangezien geen enkele betaald voetbalorganisatie de Olympische gedachte – ‘Meedoen is belangrijker dan winnen’ – nastreeft, lijkt het mij veel beter dat de Nederlandse topclubs de Europa League voor vol aanzien en zich niet meer blind staren op de Champions League.

In tegenstelling tot Ajax heeft PSV (en ook AZ) een veel grotere kans om Europees te overwinteren. Tegenstanders als Dinamo Zagreb, Chernomorets Odessa, PAOK Saloniki en Maccabi Haifa spreken misschien minder tot de verbeelding, maar uiteindelijk worden goede prestaties in de Europa League ook beloond. Zo worden de spelers er beter van worden en verschijnen uiteindelijk ook aansprekende clubs op het toneel. In het ultieme geval zelfs een (halve) finale of winst.

De KNVB mag haar topclubs dan ook best een handje helpen en na de winterstop in het speelschema rekening met hun programma houden. Voor het Nederlands elftal is het namelijk ook belangrijk dat Nederlandse clubs zo lang mogelijk in Europa actief zijn, zeker in aanloop naar het WK in Brazilië en met het oog op het EK in Frankrijk. Van deze Europese wedstrijden worden hun, jonge, spelers steeds weer wat beter.

Alleen al daarom is het enorm zuur dat een groot deel van de ‘vaste’ verdediging van het Nederlands elftal nu al Europees is uitgeschakeld. Tijdens de laatste WK-kwalificatiewedstrijd tegen Roemenië bestond de verdediging uit Kenneth Vermeer, Daley Blind, Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Daryl Janmaat: alleen de eerste twee komen dit seizoen in clubverband op Europees niveau uit.

Ik hoop dan ook van harte dan álle Nederlandse clubs zo ver mogelijk in Europa komen. En misschien heeft het Nederlands elftal hiervan al profijt tijdens het komende WK.

De eerste zes poules van de Europa League 2013/2014 op Teletekst.
De eerste zes poules van de Europa League 2013/2014 op Teletekst.

Poule 7 t/m 12 van de Europa League 2013/2014 op Teletekst.

Poule 7 t/m 12 van de Europa League 2013/2014 op Teletekst.

 

Nieuw jasje

Verwonderd keek ik afgelopen zondag rond in het Eindhovense Strijp S. Voor het eerst was ik in het appartementencomplex Hoge Rug aan de Torenallee om met de rest van het gezin gefotografeerd te worden.

Wij hadden echter vooral oog voor de, voor ons, nieuwe inrichting van de oude Philips-fabrieken. Ondanks de strakke inrichting is de (fabrieks)uitstraling behouden gebleven. En gelukkig maar! Dankzij Strijp S – dat inmiddels overigens Strijp-S heet – is Eindhoven groot geworden en heeft Philips zich ontwikkeld tot een mondiaal bedrijf. Door arbeiders die hard hebben gewerkt in de verschillende fabrieken van het elektronicaconcern.

Langzaam maar zeker lijken we in Nederland steeds meer (industrieel) historisch besef te krijgen. Ook in Tilburg en ’s-Hertogenbosch ze weten inmiddels wat ze met respectievelijk de Spoorzone en De Gruyterfabriek aan moeten: net als in Strijp-S hebben ze er een woon-, werk en feestlocatie van gemaakt. Daarnaast geldt de Bossche Verkadefabriek, waar je nog steeds kunt zien hoe ze vroeger koekjes maakten, al bijna tien jaar als cultureel centrum met horecagelegenheid. Uitstekende bestemming, dus.

Niet alleen gotische kerken en andere monumentale panden zijn belangrijk geweest voor Nederland, ook fabrieken hebben deze rol gespeeld. En het is alleen maar goed dat ze een nieuwe functie krijgen.

Modern trappenhuis in monumentaal fabriekspand.
Modern trappenhuis in monumentaal fabriekspand.
Uitzicht Strijp S Eindhoven
Uitzichtsfoto

 

Regels?

Als werkende mens is het een dagelijks ritueel: mijn fietstocht naar mijn plek op de redactie in Rosmalen. Zo ook afgelopen donderdag. Met een omweg weliswaar, want ik ging taart halen om te trakteren vanwege mijn verjaardag.

Met de taart in een plastics tas, die aan het stuur van mijn fiets hing, naderde ik een T-splitsing. Vanaf de linkerkant naderden een moeder en haar jonge dochter, waarschijnlijk op weg naar de basisschool, diezelfde kruising. Met de voorrangsregels in het achterhoofd wilde ik doorrijden. Moeder en dochter maakten echter geen aanstalten om te stoppen en me voorrang te verlenen. Daarom besloot ik maar te stoppen.

Van een afstandje bekeek een vrouw, een voetganger in dit geval, dit tafereel. Toen ik mijn weg vervolgde, glimlachte ze naar me en zei ze: “Zij kennen de regels blijkbaar niet.”

Mooie schilderingen

Van mijn ouders heb ik een tic meegekregen. Hoewel ik niet gelovig ben, bezoek ik tijdens iedere vakantie minimaal één kerk. En dus ook deze zomer.

Wat me met name opvalt, en waarover ik me echt kan verwonderen, is dat de pracht en praal in kerken in zuidelijker gelegen landen toeneemt. En dan heb ik het niet over het geld dat eraan is uitgegeven. Nee, juist het wérk valt me op.

Zo staat in Florence, op steenworp afstand van Palazzo Vecchio, de kerk Orsanmichele die ook als graanbeurs en –opslagplaats heeft gediend. Per toeval konden we binnenkijken en met name het prachtig beschilderde plafond viel me op.

Maar op een andere plek in deze Italiaanse stad had ik graag de hele dag willen blijven. Gewoon om te kijken. Het Palazzo Medici-Riccardi heeft een klein kapelletje, waarvan de muren enorm mooi beschilderd zijn. In een zaal ernaast kun je hierover zelfs uitleg krijgen. Een verdieping hoger, in de Zaal Luca Giordano, in het volledige plafond beschilderd door de naamgever van deze zaal. Waarschijnlijk als een ode aan hem.

Een deel van Zaal Luca Giordano in Palazzo Medici-Riccardi.
Een deel van Zaal Luca Giordano in Palazzo Medici-Riccardi.

Bij dit soort schilderingen komen bij mij vragen op als: Hoe is dit gegaan? Heeft hier één schilder aan gewerkt of heeft hij hierbij hulp gekregen? En hoe lang heeft hij hierover gedaan? Op basis waarvan koos een opdrachtgever (kerk of particulier) de schilder? Een schets misschien? Of had hij totaal geen idee van het eindresultaat en ging het op basis van eerder schilderwerk? Hoe lang heeft de schilder erover gedaan? Een jaar, of misschien zelfs (veel) meer?

Een deel van de plafondschildering in Zaal Luca Giordano.
Een deel van de plafondschildering in Zaal Luca Giordano.

En dan te bedenken dat we nog niet eens in de dom van Florence (veel te druk) of in een kerk in Rome (nog niet geweest) zijn geweest. Daar schijnen de kerkschilderingen helemaal fantastisch te zijn.

 

Wonderlijke creaties

Ik verwonder me graag, over mensen en hun handelingen en passies. Mensen die alles voor hun hobby over hebben en hierin volledig op kunnen gaan. Zo is de NOS-reportage over skeletonner Peter van Wees erg bijzonder, maar dankzij mijn diverse interviews namens het Brabants Dagblad weet ik ook van diverse ijshockeyers en motorcrossers (zie mijn artikel over Tonnie van Gils) dat ze al hun tijd en geld in hun sport steken.

Uiteraard herbergt niet alleen de sportwereld gepassioneerde mensen. Ook op het middeleeuwse/fantasy-festival Castlefest, dat het afgelopen weekend plaatsvond, kijk ik mijn ogen uit. De meest wonderlijke creaties lopen daar rond, waarbij ik het meest gefascineerd raak door degenen die compleet in hun rol opgaan.

Zo danste een man, verkleed als een wild beest, op middeleeuwse muziek door een glazen bal op zijn armen en handen rond te laten gaan. Naast hem laten twee meisjes een hoelahoep over hun hele lichaam ronddraaien.

Naast de diverse prachtige verkleedkostuums blijft een deel op dit festival het meest bijzonder: het gedeelte waarin de festivalgangers leven zoals ze dat in het verleden deden. In zelfgemaakte tentjes eten ze uit zelfgemaakte borden met zelfgemaakt bestek. Ook hun kleding is van volledig eigen productie. Iets verderop geeft onder meer Clan MacBran demonstraties: hetzij over vechten, hetzij over schieten, hetzij over de gebruikte wapens.

Het mooiste aan dit alles, is dat iedereen volledig in zijn rol opgaat. Hierdoor lijkt het eens te meer alsof je in een andere tijd bent. En soms een wel heel bijzondere en originele tijd.

Roos Castlefest