Wielercafé met oud-prof Hermans

Net als vorig jaar toog ik ook afgelopen zondag naar de officiële opening van het wielerjaar: de algemene ledenvergadering van CoureursClub Jeroen Bosch (CCJB) en het aansluitende Literair Wielercafé. Leuk om bij te praten, het afgelopen seizoen door te nemen en vooruit te kijken naar het komende wielerjaar. Veel mooie (en sterke) verhalen dus, met het nodige bier binnen handbereik.

Na vooruitblikken op onder meer Le Tour de Fou PĂ©dalant en de NK voor liefhebbers maakten we ons klaar voor de komst van meervoudig wielerkampioene Marianne Vos. Maar, zo vertelde het bestuur, zij had verplichtingen in Sotchi. Als goede vervanger kwam Mathieu Hermans opdraven om zijn boek ‘Tegen de stroom in’ te presenteren.

Wielercafé

Wat een prachtige vondst overigens, dit Literair WielercafĂ©. Want over geen sport is zo veel geschreven als het wielrennen. Eigenlijk is dat ook logisch: de heroĂŻek van het wielrennen spreekt enorm aan en er zijn vele parallellen met het ‘echte’ leven. Ook in de wielersport moet je afzien – bijvoorbeeld door tegenwind – maar dit maakt je prestaties alleen maar mooier. Symbolischer kan bijna niet!

Maar goed, Hermans dus. Samen met de bevriende Koos Groenendaal, oud-ploegleider van enkele Spaanse wielerteams, werd hij geïnterviewd door ‘Mari Vos, de broer van Marianne Vos’. Met daarbij als eerste vraag: waarom heb je een autobiografie geschreven? “Ik ben regelmatig op uitnodiging bij de Tour de France geweest”, legde Hermans uit. “Samen met onder meer Maarten Ducrot vertelden we ’s avonds mooie anekdotes van onze wielercarriùre. Op een gegeven moment zei Maarten tegen me zei: ‘Je moet een boek gaan schrijven.’ Hij bedacht ook de titel.”

Tegen de stroom in

De verklaring voor die titel is snel gevonden: in tegenstelling tot renners als Jelle Nijdam en Jean-Paul van Poppel koos Hermans voor een Spaanse carriĂšreroute. Dat had hij te danken aan zijn veldrijdercapaciteiten. “Ik domineerde de jeugdcategorieĂ«n en gebruikte de wegwedstrijden eigenlijk als training.” Maar leeft het veldrijden in Spanje dan, vroeg Mari. “Jazeker”, viel Groenendaal Hermans bij. “Maar met name binnen de eigen landsgrenzen.”

Hermans koos voor de ploeg Seat-Orbea, waarvoor hij enkele etappes in de Ronde van Aragón won. Hij ontwikkelde zich als veldrijder, via klimmer tot sprinter en won erg veel. Zijn topjaar was 1988, waarin hij – als renner van Caja Rural – zes etappes in de Ronde van Spanje won. Een jaar later won hij een elfde etappe in de Ronde van Frankrijk. Speciaal voor deze gelegenheid had Groenendaal het frame meegenomen, waarmee hij de ritwinst in de Tour de France pakte.

Literair Wielercafé van CCJB met Mathieu Hermans en Koos Groenendaal
Van links naar rechts: ‘Mari Vos’, Mathieu Hermans en Koos Groenendaal.

Hoe keek Hermans eigenlijk zelf naar zijn boek? “Ik denk dat ‘Tegen de stroom in’ vooral als inspiratie voor jonge renners kan dienen. Ik heb altijd zelf mijn weg gekozen en op die manier een mooie carriùre gehad.”

‘Tegen de stroom in’ heb ik inmiddels op mijn boekenlijstje gezet. En Marianne Vos? Zij komt half maart naar CCJB.